De laatste tijd hoor je steeds vaker dat een borstgevoede baby die een fopspeen of een fles krijgt, in de war kan raken. In de vakliteratuur wordt dit verschijnsel tepel-speenverwarring genoemd. Dit betekent dat de baby (gedeeltelijk of helemaal) de borst van de moeder gaat weigeren en niet meer wil drinken.
Hoe ziet tepel-speenverwarring eruit?
De verschijnselen verschillen sterk per baby. Sommige baby’s drinken nog wel, maar alleen zolang de melk vanzelf stroomt. Zodra de toeschietreflex voorbij is en ze harder moeten werken voor de melk, laten ze boos de borst los en beginnen te huilen. Andere baby’s weigeren na gebruik van speen of fles helemaal om nog aan de borst te drinken.
Wat zit erachter?
Het verschijnsel hangt samen met orale imprinting: het inprentingsproces dat ervoor zorgt dat de baby de borst van de moeder verkiest boven alles. Om dit proces niet te verstoren, is het belangrijk om in de eerste weken andere opties zoals fopspeen of fles te vermijden. Wanneer de baby deze in plaats van de borst leert kennen, kan hij zich hieraan gaan hechten – net zoals een kuikentje het eerste bewegende object dat het ziet, gaat volgen, ook al is dat geen moederkloek maar bijvoorbeeld een hondje.
Daarnaast speelt ook emotionele hechting een rol. Hoe meer tijd de baby aan de borst doorbrengt – ook voor troost en nabijheid – hoe sterker de band en hoe groter de kans dat de baby de borst blijft accepteren.
Daarom wordt vaak gezegd: als je een speen wilt geven, wacht dan minstens tot de baby vier weken oud is, zodat de borstvoeding goed op gang is gekomen. Toch raken ook veel baby’s na die leeftijd in de war door het gebruik van een speen of fles. Dit komt doordat:
- een baby de tijd die anders aan de borst besteed zou worden, nu aan de speen besteedt, en zich daardoor meer aan de speen gaat hechten;
- de drinktechniek bij een fles heel anders is dan aan de borst, en de melk uit een fles gemakkelijker stroomt. Baby’s die dit gewend raken, willen soms niet meer de moeite doen om aan de borst te drinken.
Ontstaat het altijd?
Niet iedere baby die een speen of fles krijgt, ontwikkelt tepel-speenverwarring. Maar omdat je nooit weet hoe een baby zal reageren, is het beter om het risico te voorkomen en het gebruik van speen en fles zo veel mogelijk te beperken. Onderzoeken laten zien dat baby’s die regelmatig een speen gebruiken, vaak eerder stoppen met borstvoeding dan baby’s zonder speen.
Wat kun je doen als er al verwarring is?
Veel geduld en doorzettingsvermogen zijn nodig – maar het is vaak mogelijk om een baby weer terug naar de borst te laten gaan.
- Beperk stap voor stap de tijd dat de baby de speen krijgt en vervang dit door comfort aan de borst (comfortvoeden).
- Houd de baby zoveel mogelijk dichtbij: huid-op-huidcontact, dragen, wiegen en voeden in beweging kunnen helpen.
- Probeer ook andere voedingshoudingen, niet alleen de standaardposities.
- Als bijvoeding nodig is, kies dan voor borstvoedingsvriendelijke alternatieven, zoals een Zweeds bekertje of een SNS (Supplemental Nursing System).
Soms lost het probleem zich binnen een paar dagen op, soms duurt het langer – afhankelijk van hoe lang en hoe vaak de baby al een speen of fles kreeg.
Hulp inschakelen
Het is zeker aan te raden om in dit proces de steun van een gecertificeerd lactatiekundige te vragen. Samen kun je een plan maken om de borstvoeding weer op gang te krijgen en de baby opnieuw te laten wennen aan de borst.