keizersnede

Hoe beïnvloedt een keizersnede de borstvoeding?

Veel moeders kunnen hun kindje niet op natuurlijke wijze ter wereld brengen. Dit kan zowel lichamelijk als emotioneel erg belastend zijn. Vaak voelen moeders zich een „slechtere moeder” omdat het hun niet gelukt is om „natuurlijk te bevallen”. Daar komt de lichamelijke pijn nog bij, en soms ook moeilijkheden met de borstvoeding in het begin.

Het is belangrijk te weten met welke uitdagingen moeders die via een keizersnede bevallen te maken krijgen. Als we deze begrijpen, kunnen we beter ondersteunen en helpen.

Mogelijke uitdagingen na een keizersnede

  1. Gebrek aan huid-op-huidcontact in de verloskamer: vaak wordt de baby slechts kort aan de moeder getoond en vervolgens bij de vader gelegd of aangekleed aan hem overhandigd, terwijl de moeder wordt verzorgd. Er is dus nauwelijks contact tussen moeder en kind, en van borstvoeding is nog geen sprake. De eerste uren zijn echter van groot belang voor het verdere verloop van de borstvoeding.
  2. Moederlijke pijn: de moeder ervaart pijn en kan meestal de eerste zes uur niet opstaan. Ook daarna blijft elke beweging zwaar. Terwijl de zorg voor een pasgeboren baby juist vanaf het eerste moment veel energie vraagt.
  3. Separatie: omdat de moeder in de eerste uren niet kan opstaan, is het kind de eerste zes uur vrijwel altijd van haar gescheiden. In veel ziekenhuizen, zelfs waar rooming-in gebruikelijk is, wordt de eerste nacht apart doorgebracht. Hierdoor drinkt de baby in de eerste 6–12 uur nauwelijks of helemaal niet aan de borst.
  4. Medicatie: de medicijnen die de moeder krijgt (verdoving, vochttoediening, pijnstillers) beïnvloeden de alertheid en drinklust van de pasgeborene. Veel baby’s worden hierdoor slaperig en krijgen soms kunstvoeding of suikerwater in plaats van moedermelk.
  5. Uitstel van de eerste borstvoeding: vaak vindt de eerste voeding later plaats en niet op vraag in de eerste 24 uur.
  6. Vertraagde toeschietreflex: de melkproductie kan vertraagd op gang komen, soms pas na 72 uur bij moeders die een keizersnede hebben ondergaan.
  7. Meer kans op complicaties: zowel bij moeder als kind kunnen complicaties optreden, en vaak is er juist een medische reden geweest voor de keizersnede die ook later nog tot separatie kan leiden.
  8. Emotionele impact: gevoelens van teleurstelling, frustratie, zelfverwijt en falen komen vaak voor, en de binding met de baby kan trager op gang komen.

Wat kunnen we doen?

  1. De juiste houding vinden: in de eerste zes uur na de keizersnede kan er alleen liggend gevoed worden. Zodra zijligging mogelijk is, kan de moeder in zijligging borstvoeding geven. Een andere goede houding is de „rugbyhouding” (onder de arm), waarbij de baby niet tegen het litteken drukt. Bij de wieghouding helpt een kussen om de baby van het wondgebied af te houden.
  2. Voorbereiden op vertraagde melkproductie: vertel de moeder dat het toeschieten van de melk kan vertragen en soms pas na 72 uur op gang komt. Tot die tijd is het belangrijk de baby aan te leggen, of anders zo snel mogelijk te beginnen met kolven. Juist baby’s die via een keizersnede geboren zijn, hebben extra baat bij colostrum. Help de moeder bij het kolven, zodat de baby ook de eerste druppels moedermelk kan krijgen.
  3. Emotionele steun: benadruk dat een moeder die via een keizersnede bevalt géén mindere moeder is! Veel vrouwen ervaren dit als een verlies en geven zichzelf de schuld. Het geruststellen en ondersteunen van de moeder is hier van groot belang.

Conclusie

Geen van deze factoren betekent dat een moeder die via een keizersnede bevalt, niet zou kunnen borstvoeden! De uitdagingen zijn vaak groter, maar met de juiste hulp en een ondersteunend team kunnen moeder en baby samen een succesvolle borstvoedingsrelatie opbouwen.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven